Page 15 - Forti Winter 2025
P. 15
“Flugabones,” zei Paulien zacht tegen
Karin. “Ben je er klaar voor?”
Karin knikte. “Naast jou ben ik altijd
klaar.”
Ze zetten allebei in. Hun warme, ronde
tonen mengden zich met de baritons.
Het klonk alsof iemand een verhaal
vertelde zonder woorden. Een verhaal
over oude reizen, lange wegen, moe
zijn, maar toch doorgaan, omdat er
iets belangrijks gaat gebeuren.
Kees, Hans H en Patrick keken elkaar
aan. “Onze beurt?” fluisterde Kees.
“Ja,” zei Patrick. “Heel zacht. We zijn
vannacht de grond onder de muziek.”
Ze speelden lage, rustige noten op
hun sousafoons, één op de tel.
Boem… boem… boem… De muziek
werd niet zwaarder, maar dieper, alsof
je ineens voelde hoe groot de nacht
eigenlijk was.
In de stal kwam Jezus een beetje in beweging. Hij leek niet bang. Hij kneep zijn
ogen dicht en ontspande zich weer. “Hij vindt het mooi,” fluisterde Maria.
Jozef keek naar de deuropening. “Wie zouden dat zijn?” vroeg hij zacht.
“Misschien weer engelen?”
Langzaam liepen de herders dichter naar de stal. Achter hen kwamen de
muzikanten, nog steeds spelend. Ze kwamen niet roepend en lachend binnen,
maar stapten één voor één voorzichtig naar de deuropening. De muziek werd
zo zacht dat het bijna leek of hij in de lucht hing.
De eerste herder knielde. “We zijn gekomen om te kijken naar het Kind,” zei hij
zacht. “De engel zei dat Hij vrede zal brengen.”
Achter hem stapte Paulien naar voren, nog steeds met haar flugabone in haar
handen. Ze kon haar ogen bijna niet van Jezus afhouden. Hij was zo klein. Zo
gewoon. En toch voelde alles anders. “Moeten we stoppen met spelen?”
fluisterde Karin.
Mitch schudde zijn hoofd. “Nog één lied,” zei hij. “Ons beste. Maar we spelen
het niet voor onszelf. We spelen het voor Hem. En voor iedereen die ooit vrede
nodig zal hebben.” Mitch hief zijn handen op en opeens viel alles precies op
zijn plek.

