Page 16 - Forti Winter 2025
P. 16

De trommels, de triangel, de trompetten, de baritons, de flugabones en de
sousafoons: ze vonden elkaar in een melodie die ze nog nooit geoefend hadden, maar
die toch voelde alsof ze hem altijd al kenden.
Het was een lied zonder woorden, over vriendschap, moed, vertrouwen en rust.
Over huilen en weer lachen. Over fouten maken en toch vergeven worden. Over
samen verder gaan, ook als het donker is.

Maria kreeg tranen in haar ogen. “Hoor je dat?” zei ze tegen Jozef. “Alsof de
wereld zingt voor ons kind.” Jozef knikte, ook met tranen in zijn ogen. “En voor
elkaar,” fluisterde hij. “Misschien is dat wel wat vrede is.”

Toen het lied klaar was, viel er een diepe stilte. Niemand durfde meteen te
praten. Het was alsof de stilte zelf ook luisterde. Toen zette Maryam voorzichtig
een laatste, heldere ting op haar triangel. Het geluid zweefde even in de lucht en
viel toen zacht neer, precies op het moment dat Jezus zijn ogen heel even
opende. Hij keek omhoog, alsof hij wist wie daar allemaal stonden. Toen sloot hij
zijn ogen weer en zuchtte heel zacht, tevreden.

                                         “Hij glimlachte naar de triangel!” fluisterde

                                    Kasper opgewonden.

                                         “Dat verbeeld jij je,” grinnikte Valisha. “Maar
                                         misschien… ook weer niet.”

                                         Langzaam begonnen de mensen weer te
                                         ademen, te bewegen, zachtjes met elkaar te
                                         praten. De herders vertelden hoe de engelen in
                                         de lucht hadden gezongen. De muzikanten legden
                                         uit hoe de engel bij elk van hen thuis was
                                         verschenen.
                                         “En jullie kwamen allemaal toch?” vroeg Maria
                                         verwonderd. “Was niemand bang?”
                                         “Nou,” zei Renzo
                                          eerlijk, “ik wel een
                                         beetje. Maar ik was
                                         nog banger om thuis
                                         te blijven en het te
                                         missen.”

“En we zijn samen,” voegde Maaike eraan toe.

“Dan durf je meer.”
“Onze muziek klinkt ook alleen maar goed als we
samen zijn,” zei Patrick. “Eentje alleen kan nooit
een heel orkest zijn.”
“Net als mensen,” zei Arie. “Eentje alleen kan niet
de hele wereld veranderen. Maar samen…
misschien wel.”
   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21